Pinschers zijn verschillend: klein en groot, korthaar en nogal ruig, zwart en rood, servicegericht en decoratief. Alle vertegenwoordigers van deze rasgroep hebben echter gemeenschappelijke kenmerken.
instructies:
Stap 1
Volgens de Fédération Cynologique Internationale (FCI) classificatie behoren Pinschers tot de tweede groep hondenrassen: Pinschers, Schnauzers, Molossos en Zwitserse Herdershonden. De volgende typen van deze subgroep zijn momenteel bekend:
- dobermann;
- Duitse Pinscher;
- dwergpinscher (ook wel dwergpinscher of dwergpinscher genoemd;
- affenpinscher, - Oostenrijkse Pinscher.
Stap 2
De Dobermann is de grootste van de pinschers, de schofthoogte bij honden kan 72 centimeter bereiken. De oren en staart zijn gecoupeerd, maar recent zijn er onder druk van dierenrechtenactivisten ook 'natuurlijke' Dobermanns te vinden. Het ras werd eind 19e eeuw in de Duitse stad Apolda gefokt door Friedrich Louis Dobermann, naar wie het zijn naam kreeg.
Zoals sommige moderne onderzoekers suggereren, werden bij het fokken van de Dobermann kortharige herders, Rottweilers, black and tan terriers en kortharige Duitse pinschers gekruist, waardoor hun nakomelingen hun beste eigenschappen kregen. Honden van dit ras zijn gemakkelijk te herkennen: zwart of chocoladebruin en mager, ze zien er bij elk weer elegant uit.
Pinschers zijn actief, vol energie, goed opgeleid, communicatief genoeg en tegelijkertijd vriendelijk voor kinderen. Ze hebben een goed reukvermogen - hierdoor worden ze actief gebruikt bij politie en leger in een aantal Europese landen. Voorheen waren deze honden ook algemeen bekend als de Dobermann Pinscher.
Stap 3
De Duitse Pinscher lijkt op een Dobermann, maar is kleiner - dit hondenras bereikt een hoogte van 45-50 centimeter. Ze onderscheiden zich door hun uithoudingsvermogen en evenwichtige temperament. In het verleden werden ze door Duitse boeren gebruikt om hun landgoederen te beschermen en te bewaken, en vergezelden ze de eigenaren ook op hun reizen. De nazaten van de Duitse Pinscher, gefokt door Dobermann, zijn de laatste jaren populairder geworden dan hun voorouders. Als gevolg hiervan stond het ras tegen het midden van de vorige eeuw praktisch op het punt van uitsterven. Alleen door de inspanningen van een kleine groep liefhebbers is het ras bewaard gebleven. Werner Jung speelde hierin een belangrijke rol, hij reisde door heel Duitsland om de overgebleven Pinschers te verzamelen, die ooit erg populair waren. Momenteel wint het ras geleidelijk aan populariteit.
Stap 4
De Oostenrijkse Pinscher werd gefokt in Oostenrijk, waar hij veel werd gebruikt als hoedend ras. Deze honden hebben zich ook goed bewezen door schuren te beschermen tegen ratten. In het verleden waren er aparte "Oostenrijkse Kortharige Pinschers", maar ze werden gecombineerd met de Oostenrijkse Pinschers en vormden één ras. Hun uiterlijke kenmerken zijn zeer divers - de honden werden gefokt voor werk en niet voor tentoonstellingen. Het is bekend dat ze vrij vaak verharen, en hun vacht kan verschillende tinten hebben, waaronder rood. Witte aftekeningen zijn toegestaan.
Stap 5
De dwergpinscher, ook wel dwergpinscher genoemd, is de kleinste van deze subgroep van rassen. Meestal zijn dit kleine honden met een schofthoogte van 25-30 centimeter, rood of zwart en bruin. Uiterlijk lijken ze op een verkleinde kopie van een Dobermann of Duitse Pinscher. Honden zijn behoorlijk energiek en gespierd, oren en staarten worden op verzoek van de eigenaren gecoupeerd.
Stap 6
Affenpinschers zijn ook klein van formaat, maar door hun grove vacht lijken ze visueel iets groter dan hun dwergpinscherbroers. De naam van het ras met het Duitse woord Affe, wat in vertaling "aap" betekent - de snuit van honden lijkt heel vaak op dit dier. Affenpinschers verschenen volgens sommige experts in de 17e eeuw, maar toen waren ze veel groter. Werkhonden, deze Pinschers vochten tegen knaagdieren in keukens, schuren en stallen. Momenteel zijn er affenpinschers in verschillende kleuren: grijs, geel, zwart, grijsbruin en rood, blauw, zwart en bruin, evenals zwart met grijs haar (de zogenaamde "peper en zout").