De vochtige equatoriale bossen van Afrika, Zuid-Amerika en India zijn extreem rijk en divers in hun flora en fauna. De fauna omvat de bewoners van verschillende lagen - de hoge verdiepingen van het bos.
Gilea - vochtig equatoriaal bos
Langs de evenaar bevinden zich groenblijvende bossen in smalle strepen. Hier staan meerlaagse bomen als massieve muren, onder de kronen waarvan eeuwige schemering en bedwelmende vochtigheid heersen. De temperatuur in dergelijke bossen is constant extreem hoog, terwijl de seizoenen hier helemaal niet veranderen. Op elk moment kan een stevige muur van stortregens instorten. Daarom wordt zo'n jungle ook wel constant regen genoemd. Alexander Humboldt gaf ze de naam "gilea" - van het Griekse woord voor "bos".
Sommige reizigers uit het verleden, die zo'n bos hadden bezocht, noemden het "groene hel".
Elk van de planten- en diersoorten die in de Gilea voorkomen, heeft zijn eigen "vloer", een plaats van permanente bewoning. Er kunnen maximaal vijf "verdiepingen" in het bos zijn.
Dieren wereld
De onderste laag is de minst dichtbevolkte verdieping van het equatoriale bos. Het is de thuisbasis van insecten, een verscheidenheid aan knaagdieren, roofdieren (waaronder bijvoorbeeld panters, jaguars, luipaarden en andere wilde katachtigen), evenals wilde zwijnen en kleine hoefdieren. In India leven hier olifanten - ze zijn kleiner dan Afrikaanse en zijn goed in staat om zich onder een lage begroeiing van bomen te bewegen.
Trouwens, zo'n bos werd beschreven door Rudyard Kipling in zijn boek "Mowgli". De jongen, opgevoed door wolven, groeide op in Gilea
Waterslangen, krokodillen en nijlpaarden leven in verschillende en talrijke watermassa's - meren en rivieren.
Trouwens, sommige knaagdieren leven ook op hogere niveaus - ze hebben speciale membranen tussen hun ledematen, waardoor ze tussen bomen kunnen glijden.
Een verscheidenheid aan vogels leeft op alle niveaus van het equatoriale bos, variërend van kleine heldere sunbirds tot neushoornvogels en enorme toerako's. Een andere gevederde bewoner van het equatoriale bos is ook erg mooi - de toekan met zijn felgele nek en rode streep op zijn snavel. Paradijsvogels met lange gekleurde staarten en plukjes blijven niet achter in exotisme.
Vooral in de regenwouden van allerlei papegaaien. Toegegeven, sommige (meestal de mooiste en meest ongewone!) Van hen staan op de rand van uitsterven - voornamelijk als gevolg van de activiteiten van stropers.
Apen leven ook in de kronen van bomen: chimpansees, apen, gorilla's, makaken, gibbons. Ze nestelen zich meestal in kuddes.
Een verscheidenheid aan slangen leeft ook in de equatoriale bossen. Onder hen zijn enorme pythons, boa's, anaconda's, die tot 100 kilogram kunnen wegen. Onder hen zijn er zowel levendbarende als ovipaar soorten.