Vogels zijn prachtige wezens van de natuur. Mensen zijn al lang jaloers op hun vermogen om te vliegen, maar vogels hebben nog een ander kenmerk dat een persoon zou kunnen bewonderen. Dit is hun verbazingwekkende visie.
instructies:
Stap 1
Visie speelt een grote rol in het leven van vogels. Veel vogels moeten tegelijkertijd hun prooi opsporen en goed opletten, zodat ze zelf niet iemands eten worden. Anderen zoeken hun slachtoffers op de grond, zelf hoog in de lucht. Weer anderen zijn nachtdieren en kunnen perfect zien in het donker. Daarom is het gezichtsvermogen bij vogels in de loop van de evolutie veel beter ontwikkeld dan bij mensen.
Stap 2
Vogels zien vier tot vijf keer scherper dan mensen. Bij de meeste soorten is het zicht monoculair (met uitzondering van uilen) - dat wil zeggen, ze nemen een object voornamelijk met één oog waar. Maar het gezichtsveld zelf is veel breder dan dat van mensen en is ongeveer 300 graden. Een dergelijk beeld wordt bereikt door de locatie van de ogen - bij vogels bevinden ze zich aan de zijkanten. En door de structuur van het visuele orgel van de nachtzwaluw kan hij 360 graden kijken zonder zijn hoofd te draaien.
Stap 3
Een persoon heeft een gele vlek in het midden van de fundus - de plaats waar de maximale concentratie van cellen die gevoelig zijn voor licht wordt waargenomen. Vogels hebben twee van dergelijke plekken. Daarom kunnen ze tegelijkertijd twee voor hen interessante objecten beschouwen, die zich op afstand van elkaar bevinden.
Stap 4
De ogen van sommige vogels kunnen werken als een echte verrekijker. Roofdieren - condors, gieren, arenden - moeten vanaf grote hoogte uitkijken naar hun prooi. Om het slachtoffer beter te kunnen zien, hebben ze in de loop van de evolutie een interessante aanpassing ontwikkeld. Hun centrale visuele bundel kan het beeld tweeënhalf keer vergroten.
Stap 5
Nachtvogels hebben hun eigen apparaten waarmee ze in het donker kunnen zien. Aan de onderkant van de oogbol van uilen en oehoe's, achter het netvlies, bevindt zich een reflectorlaag. Het is in staat om zwak strooilicht op te vangen. De ogen van uilen bevinden zich, in tegenstelling tot andere vogels, aan de voorkant en hun oogbollen zijn stevig gefixeerd, waardoor hun kijkhoek aanzienlijk wordt verkleind. Maar uilen wisten dit probleem op te lossen door te leren hun hoofd 360 graden te draaien.