Het Australische continent is rijk aan zijn unieke flora en fauna. Het is in Australië dat je diersoorten en vogels kunt vinden die niet op andere continenten van de planeet leven. De emoe-vogel is een van de unieke wezens die vertegenwoordigers zijn van het Australische continent.
De emoe is een Australische vleugelloze vogel, de op één na grootste van alle levende vogels. In hun grootte en uiterlijk doen emoes enigszins denken aan struisvogels. Ondanks de grootte zijn de vleugels van de emoe korter dan die van de kraaien, dus een dichte laag bruinachtige veren verbergt ze volledig. De kop en nek van de vogels zijn donkergrijs. De emoe heeft twee paar oogleden: een om te knipperen en een om stof buiten te houden.
Net als struisvogels zijn emoes zeer snelle vogels. Met stappen van bijna drie meter leggen ze lange afstanden af. De emoes worden beschermd door een grote drietenige poot: op elke poot zit een grote klauw, waarmee een vogel gemakkelijk een persoon kan doden.
Vrouwtjes leggen tot twintig donkergroene eieren met korrelige schelpen, en mannetjes broeden nakomelingen voor ongeveer twee maanden. Kuikens worden geboren met lengtestrepen op de rug, die verdwijnen als de emoe vijf maanden oud is.
Hoewel emoes zich aan verschillende omstandigheden kunnen aanpassen, vermijden ze het liefst ruige woestijnen en diepe bossen. Emoes consumeren geen water, maar moeten het elke dag consumeren. Op zeer warme dagen ademen ze snel en gebruiken ze hun longen als verdampingskoelers. Hun brede neusholtes hebben ingewikkelde plooien die bij koud weer worden gebruikt om lucht te recyclen en vocht te creëren voor hergebruik.
De emoes verzamelden zich in grote kuddes en vernietigden vaak gewassen en weiden, daarom jaagden boeren er vroeger op. Nu wordt de emoe door de wet beschermd.