De Serval, een wilde kat uit Afrika, is algemeen bekend geworden om zijn karakter. Het bleek dat ze vriendelijk is, een opgewekt karakter heeft, waardoor je dergelijke katten kunt temmen zonder extra selectie. Vergeet echter niet dat servals wilde katachtigen zijn.
Het belangrijkste kenmerk van servals is hun uiterlijk: bij katten hebben ze de grootste oren en de langste poten in verhouding tot de grootte van het hoofd en het lichaam, waardoor ze op een lynx of een cheeta lijken.
Servals lijken qua kleur op luipaarden, maar de snuit, borst en buik zijn wit en de oren zijn zwart. Je kunt ook zwarte servals vinden. Ze worden indrukwekkend voor een kat: tot 65 cm hoog en tot 130 cm lang, de staart niet meegerekend. Volwassen servals kunnen tot 18 kg wegen.
Servals leven voornamelijk in Zuid-Afrika. In het westelijke deel zijn er veel minder, omdat het dichtbevolkt is met mensen. Daarnaast worden servals afgeschoten vanwege aanvallen op pluimvee of omwille van een mooie huid, wat leidde tot opname van deze soort in het Rode Boek.
Servals zijn van nature eenlingen en roofdieren. Eén persoon kan meer dan een kilo vlees per dag eten. Ze jagen vooral in de vroege ochtend of avond, tijdens de schemering. Midden op een warme dag houden servals ervan om te zwemmen.
Voortplanting van servals is niet afhankelijk van het seizoen. Meestal brengen het mannetje en het vrouwtje meerdere dagen samen door: ze leven, jagen tot het vrouwtje zwanger wordt, dan verlaat het mannetje haar. Het vrouwtje draagt 65-75 dagen nakomelingen en het aantal kittens is meestal niet groter dan 2-3. Een jaar later verlaten de mannetjes de moeder, terwijl de vrouwtjes iets later de moeder verlaten.