Huiskatten zijn doorgaans minder actief en eten meer dan hun natuurlijke tegenhangers. Katten die te veel eten hebben last van ademhalingsproblemen, plassen, diabetes, teveel gal, etc. Daarom is het belangrijk om de kat niet te veel te voeren. Dit helpt niet alleen de gezondheid van uw huisdier te beschermen, maar bespaart ook geld op voer- en dierenartsbezoeken.
- Breng je kat naar de dierenarts. Vraag hem om de kat te wegen om te zien of ze te veel eet. Ontdek ook hoeveel voedsel uw kat dagelijks moet eten en hoe vaak per dag. Als uw kat speciale voeding nodig heeft, dient uw dierenarts u hier ook voor te waarschuwen. Hij kan een speciaal dieet voor gewichtsverlies voorschrijven dat moet worden aangepast zodra uw huisdier een normaal gewicht heeft bereikt.
- Gebruik een maatbeker om uw kat het voer te geven dat uw dierenarts heeft aanbevolen. Laat geen eten achter in de kom nadat duidelijk is geworden dat de kat vol is. Als je meer dan één kat hebt, voer ze dan in verschillende delen van het huis, zodat ze elkaar niet uit de kom opeten.
- Controleer of je eten in huis hebt waar de kat bij kan. Als dat zo is, elimineer dan de toegang tot het voedsel door voedsel in containers of kasten te bewaren. Als je andere dieren hebt in wiens eten de kat misschien geïnteresseerd is, voer ze dan apart en bewaar hun eten op plaatsen waar de kat het niet kan vinden. Geef uw kat tussen de voedingen geen extra traktaties of voer van uw tafel.
- Als je kat om eten smeekt, geef dan niet toe. Volg strikt de aanbevelingen van uw dierenarts voor het voeren. Als je kat om eten smeekt, leid hem dan af met speelgoed, kattenkruid, aaien of spelletjes. Zo wacht ze niet tussen de ingestelde voedertijden door op voer van jou.