Om het karakter van een kat te veranderen, moet je je bewust zijn van wat de grootste invloed heeft op zijn vorming. In de eerste twee levensmaanden is het kitten het meest vatbaar voor opvoeding en het aanleren van gewoontes. Even later zal het mogelijk zijn om te bepalen tot welke van de twee gedragstypes katten het behoort.
Katten hebben, net als honden, lang naast mensen geleefd. In tegenstelling tot de laatste hebben katten echter hun kenmerkende "individualisme" behouden. Iedereen die een kat heeft, zal over zijn huisdier vertellen dat hij een uitgesproken ego heeft met zijn eigen gewoonten en kenmerken.
De twee belangrijkste soorten katten
De eerste komt overeen met het idee van een ideaal huisdier. Het omvat katten die een onophoudelijke behoefte hebben om met mensen en hun familieleden te communiceren. Ze zijn heel aanhankelijk, speels, niet agressief. Zulke katten zijn blij voor iedereen die het huis binnenkomt, ze zitten comfortabel op hun knieën en tonen buitengewoon vriendelijkheid jegens de gast.
Het tweede type omvat dieren die dol zijn op de samenleving van slechts 1-2 familieleden, aan wie ze liefde en vertrouwen voelen. Met de rest van de mensen zijn ze praktisch niet geneigd om te communiceren en tolereren ze vaak alleen hun aanwezigheid. Dezelfde gedragslijn kan worden gevolgd met betrekking tot soortgenoten: vriendschappelijke banden bij dit soort dieren zijn vrij zeldzaam.
Wat kan de persoonlijkheid van een kat veranderen?
De eerste twee maanden van zijn leven zijn van bijzonder belang bij het vormgeven van het gedrag van een dier. Tijdens deze periode wordt vertrouwen in mensen ontwikkeld en worden vaardigheden om met hen te communiceren verworven. Als het kitten voldoende aandacht en genegenheid krijgt, wordt de kans dat hij goedmoedig en moedig opgroeit aanzienlijk vergroot. Bestudering van het gedrag van katten heeft aangetoond dat er in deze vroege periode vooral veel kan worden gedaan om hun karakter op te voeden.
Maar erfelijke neigingen zullen zeker voelbaar worden als het kitten ouder wordt. Een gedragstekort zoals plotselinge onredelijke agressiviteit kan optreden. Misschien ontstaat het omdat een persoon een kitten niet alle subtiliteiten van communicatie die inherent zijn aan een kat kan leren. Een dier dat vroeg van zijn moeder wordt weggenomen, weet niet hoe hij zijn energie in de juiste richting moet kanaliseren en zijn onafhankelijkheid moet beheersen. Deze karaktereigenschap van een kat is bijna niet op te lossen.
Er zijn twee factoren die het dier onherkenbaar kunnen veranderen. De eerste is ziekte, traumatische gebeurtenissen, ongelukken. De tweede is geslachtshormonen. Tijdens de paartijd worden veel katten oncontroleerbaar, wat leidt tot de wens van de eigenaren om hun huisdier te castreren.
Over het algemeen zijn de onderzoekers het erover eens dat het karakter van de kat alleen kan worden aangepast, maar het is onmogelijk om het radicaal te veranderen. Het gedrag van elk dier zal in grotere mate worden beïnvloed door erfelijke factoren dan de gewoonten die zijn ingeprent door de methode van hun opvoeding. Daarom zijn katten altijd beschouwd als uitgesproken "individualisten" met aangeboren karaktereigenschappen.