Teckel is een vertegenwoordiger van een groep jachthonden die gravende honden worden genoemd. Maak onderscheid tussen kortharige, langharige en ruwharige teckels. Het meest voorkomende (basis, standaard) type is de kortharige teckel, deze kan niet worden verward met een ander hondenras, omdat het heeft een aantal opvallende kenmerken die er uniek aan zijn.
instructies:
Stap 1
De kop van een teckel heeft een langwerpige wigvormige vorm, gelijkmatig taps toelopend naar de neus. Met een plat voorhoofd zijn de bovenbogen zeer uitgesproken. De snuit is langwerpig, licht gebocheld en onderscheidt zich door strakke, goed gedefinieerde lijnen.
Stap 2
De mond van de teckel is vrij sterk gestrekt, de hoeken gaan verder dan de lijn van de ogen. Strak gestrekte (niet doorhangende) lippen bedekken de onderkaak goed en vormen een kleine, maar duidelijk gedefinieerde plooi in de mondhoek. De kaken en de witte tanden van de teckel die strak tegen elkaar aanliggen zijn sterk ontwikkeld, de hoektanden zijn sterk, zo nodig (bij de jacht) dicht bij de dood. Beten, zowel tang- als schaarbeten, zijn gelijkwaardig.
Stap 3
De ogen van een teckel zijn van gemiddelde grootte, schuin geplaatst, hebben een ovale vorm en een donkerbruine kleur in elke vachtkleur. In de "gemarmerde" variëteit zijn blauwe ogen echter toegestaan, evenals ogen van ongelijke kleur (het ene oog is bijvoorbeeld licht, het andere is donker, het hangt ervan af welke "marmervlek" op het gebied van de ogen valt). Het wit van de oogbol is nauwelijks zichtbaar, de uitdrukking van de ogen is intelligent, energiek, besluitvaardig, vriendelijk, nogal nieuwsgierig en wachtend op een bevel of lof.
Stap 4
Oren zijn dun, hangend, mobiel, afgerond aan de uiteinden, de voorrand ligt dicht bij de jukbeenderen. De oren zijn wijd aangezet en hoog naar achteren zodat de afstand tussen het oor en het oog relatief groter is dan bij andere jachthonden.
Stap 5
De nek van alle soorten teckels is langwerpig, sterk en hoog aangezet. De huid erop is los, maar creëert niet de zogenaamde keelhuid. Van het hoofd tot de borst wordt de nek duidelijk breder. De gespierde en brede borst steekt scherp naar voren en vormt een depressie aan de zijkanten. De schoft is langwerpig, hoog en steekt boven de borstlijn uit. Het lichaam is smal en lang, de buik van een gezonde jonge hond is altijd opgetrokken, de rug is recht, onmerkbaar overgaand in de onderrug. De croupe is rond en breed.
Stap 6
De schouders van de teckel hebben, zelfs qua uiterlijk, en nog meer om aan te raken, sterke plastische spieren. De onderarmen zijn sterk, erg kort en gebogen zodat de polsen dichter bij elkaar komen.
Stap 7
De voorpoten zijn kort, dik en sterk. Sta rechtop, voeten uit elkaar. De achterpoten zijn dicht in de dijen, gespierd, met uitgesproken hoeken (de hielbeenderen en de zogenaamde spronggewrichten zijn bijzonder uitgesproken). De vingers van alle vier de ledematen zijn verzameld in een bal, de kussentjes zijn gezwollen, de nagels zijn kort en extreem sterk.
Stap 8
De staart van alle teckels is vrij lang, taps toelopend naar de punt en gebogen in een halve boog. Het dokken van de staart van teckels wordt zelden gedaan, meestal op verzoek van de eigenaar of op aanwijzing van de dierenarts.