Zoals u weet, vliegen de meeste vogels aan de vooravond van koud weer naar het zuiden om de winter in warme streken te overleven. Maar niet alle vogels verlaten hun huis in de herfst - velen blijven voor de winter. Elke soort past zich op zijn eigen manier aan ongunstige omstandigheden aan.
instructies:
Stap 1
Van trekvogels is bekend dat ze in de winter naar het zuiden trekken. Seizoensgebonden bewegingen kunnen zowel over lange als vrij korte afstanden worden uitgevoerd. Als grote vogels met een snelheid tot 80 km / u bewegen, dan kleine - met een snelheid van niet meer dan 30 km / u. Ze vliegen in verschillende etappes met pauzes. Kleine vogels kunnen tot 4000 km afleggen.
Stap 2
In Rusland zijn trekvogels die in het zuiden overwinteren ooievaars, kwartels, torenvalken, houtsnippen, boerenzwaluwen, witte kwikstaarten, zangvogels, grasmussen, grasmussen, vliegenvangers, roeken, vinken en enkele anderen.
Stap 3
Het is interessant om te zien hoe sedentaire vogels de winter overleven. Het meest opvallende voorbeeld is het korhoen. De overwinteringsplaats van het korhoen is berkenbossen, omdat ze zich voeden met berkenknoppen. Bij strenge vorst graven deze verbazingwekkende vogels zich in de sneeuw. Ze laten een sneeuwbank vallen als een steen om door de korst te breken en komen dan, met behulp van hun vleugels, bij de meest losse lagen dichter bij de bodem. In zo'n geïmproviseerde schuilplaats verbergt het korhoen zich voor sneeuwstormen en vorst.
Stap 4
Kleine vogels die winterbossen bewonen zijn mezen, goudvinken, tapdansers. Tieten zijn vrij pretentieloos en kunnen op elk moment van het jaar voedsel voor zichzelf vinden. Ze voeden zich met insecten en hun eieren, boomschors, mos. Goudvinken worden meestal bewoond door espen- en berkenbossen. Ze zijn tevreden met plantaardig voedsel. Tapdansers trekken in zwermen door de winterbossen. Hun belangrijkste delicatesse zijn elzenkegels.
Stap 5
Het hazelaarhoen is als geen andere vogel aangepast voor lange overwintering. Elk jaar groeit er een rand van geile schubben op hun vingers, waardoor ze zelfs op ijzige takken kunnen vasthouden.
Stap 6
Witte patrijzen hebben hun eigen winteroutfit: bij het begin van koud weer zijn hun poten bedekt met veren, waardoor ze gemakkelijk op losse sneeuw kunnen bewegen. De patrijs ontwijkt met hetzelfde gemak een ontmoeting met een roofdier en krijgt zijn voedsel.
Stap 7
Jays en een aantal andere vogels verzamelen het hele jaar door reserves voor de winter. Ze slepen eikels, rupsen, granen, enz. naar overwinteringsplaatsen.