Dieren, zowel gedomesticeerde als wilde dieren, verrukken mensen vaak met hun vindingrijkheid en hun vermogen om zich aan te passen aan hun omgeving. Ze denken echter helemaal niet als mensen. Het werk van de hersenen van dieren is op een iets andere manier gerangschikt.
instructies:
Stap 1
De ongewoon intelligente ogen van sommige dieren, hun verlangen om te overleven en andere vaardigheden zijn slechts geconditioneerde reflexen. Hoewel, in tegenstelling tot aangeboren kauwen, slikken, defensieve, seksuele reflexen, geconditioneerde reflexen veel meer betekenen voor de ontwikkeling van de geest dan het lijkt.
Stap 2
Dankzij geconditioneerde reflexen leren dieren over de wereld om hen heen. Enerzijds brengen ze hun handelingen tot automatisme, in tegenstelling tot een persoon die hetzelfde op verschillende manieren kan doen, maar anderzijds ontwikkelt dit perfect de logica van dieren.
Stap 3
Experts zijn er al lang achter dat hogere dieren - vogels en dieren - in staat zijn om verschillende logische problemen met vallen en opstaan op te lossen. Tegelijkertijd kunnen ze niet alleen verbanden leggen tussen vitale en willekeurige signalen, maar ook tussen twee of meer onbeduidende prikkels. Door deze "willekeurige" verbindingen en associaties krijgt het dierenbrein extra belangrijke voordelen. Dieren en vogels zijn in staat verschillende levenspatronen te leren en daardoor kennis op te doen over de habitat waarin ze leven. Dankzij verenigingen hebben ze een bepaald beeld van de wereld.
Stap 4
Het is bekend dat dieren in staat zijn om nieuwe vaardigheden en capaciteiten onder de knie te krijgen. Bovendien onthouden ze ze niet alleen goed, maar geven ze ze ook door aan andere familieleden, maar ook van generatie op generatie. Imitatie is een andere eigenschap die ervoor zorgt dat dieren zich aanpassen aan elke omgeving. Ze imiteren alles wat hen omringt, en familieleden nemen snel bepaalde vaardigheden over van elkaar, maar ook van andere soorten.
Stap 5
Dieren onderscheiden zich door een uitstekend geheugen en hun hersenen slaan nooit nutteloze informatie op en sturen op het juiste moment een of ander signaal naar de cellen van het lichaam. Dit alles leidt tot nieuwe sprongen in de evolutie van soorten en veranderingen in de omringende wereld.